Het is donderdagavond en Nové is niet lekker. Denk ik. Of ze zit in een sprong. De app van “oei ik groei” geeft aan van niet maar goed, niet ieder kind zal exact gaan als de app. Ze geeft die avond over en huilt veel.
De nacht van donderdag op vrijdag laat me terug denken aan de eerste 9 helse weken. Ik merk dat ik het huilen niet goed aan kan. Ik ben al moe (dat is inmiddels chronisch), en nu ik haar weer heel de nacht lopend aan het troosten ben, breekt het stiekem wat op. Maar goed, ze huilt niet zonder reden dus ik doe wat ik kan. Wanneer ze om 4:20 uur in slaap sukkelt leg ik haar op mijn plek in bed. Ze slaapt, als een Roosje. Dit is top, maar tegelijkertijd besef ik me…. dat ik nu geen plek heb om te liggen. Ik durf haar niet meer te verleggen. Sterker nog, ik durf niet eens te hard te ademen. 1 uur en 20 minuten zit ik op de rand van het bed. Te bedenken wat te doen maar ik besef al snel dat dit mijn enige optie is.
De hele vrijdag is ze doodop, maar huilt veel. Het gaat haar niet goed. Ze heeft koorts dus ik bel naar de dokter. Zetpillen geven. Aan het einde van de dag krijg ik het idee dat het haar beter gaat. De zetpillen doen goed, ze eet wat. Om 17:30 uur drinkt ze haar fles voor meer dan de helft leeg. “Gelukkig” hoor ik mezelf denken. “Er zit wat in”. En ik snap het hoor, ze heeft echt genoeg reserves. Daar maak ik me ook niet druk om. Maar haar vocht moet wel op pijl gehouden worden.
De nacht van vrijdag op zaterdag gaat beter maar met beter bedoel ik dat ik in totaal 3 uur heb kunnen slapen. En deze 3 uur zijn niet aaneensluitend. Ik bied haar steeds drinken aan maar ze weigert. Ik besluit rond 10 uur de huisartsenpost te bellen. Ik vraag wat ik moet doen? “Ze is nog zo klein, kom maar even langs”.
Eenmaal aangekomen geeft ze mij een nieuw mondkapje (helemaal niet verkeerd, want deze heb ik al een maand of 5 in mijn zak zitten). Na een half uur wachten worden we opgehaald. Iemand in een pak. Mondkap, muts. We lopen eeuwig durende lange gangen door. “U mag hier plaats nemen, u wordt zo geroepen”. Ik kan door een kier naar binnen kijken en zie er een dokter. Ook zo, helemaal ingepakt. Ineens valt het kwartje. Ik leg de link. Kijk, zo zijn ze ingepakt voor een operatie. En ik begreep wel dat ze vast niet geopereerd gingen worden voor koorts. Ik bel in een lichte paniek naar Timo. Die staat buiten te wachten. “Ze denken aan Corona natuurlijk. Ik laat haar niet testen”.
“Komt u verder”. “Hallo dokter. Jullie denken misschien dat het Corona is maar ik laat haar…” “sorry dat ik u onderbreek. Baby’s kunnen vaak ziek zijn en als we alles op Corona moeten gooien”. Gelukkig. Hij is ook Corona moe. “Een keel en oorontsteking. Ik gok ook op een virus. Goed zet pillen blijven geven en haar lijfje moet dit in een paar dagen zelf opruimen”
De dagen zijn pittig maar de nachten nog heftiger. Nové wil liggen, op mij. Wat ik heerlijk vindt maar tegelijkertijd raak ik stiekem uitgeput. Mijn batterij raakt leeg. Vannacht dacht ik; “hoe doen andere moeders dit? Ben ik dan zo’n zwak labiel persoon?” Ik word vermoeid wakker, ik kan mijn ogen niet open krijgen. Ik heb keelpijn en voel mij beroerd. Bijtanken en bij slapen was nodig. Heel hard nodig.
“Je zou het toch van zo’n kleintje willen overnemen he”
Nee, dat zou ik niet willen. Ik hoef ook niet ziek te zijn. Ik wil gewoon dat zo’n kleintje ook niet ziek is. Het kroelen vind ik wel ècht heerlijk. Dus daar geniet ik dan maar extra van. Dat m’n baby maar snel de oude wordt…. voor alles is een eerste keer en alle eerste keren zijn spannend.
Liefs